Debat over waterstof: Tweede Kamer dringt aan op kostenverlaging

11-02-2025

Op 16 januari 2025 debatteerde de Tweede Kamer over waterstof, groen gas en andere energiedragers. Daarin concludeerde de Kamer onder andere dat hernieuwbare waterstof duurder is dan verwacht. En dus moet er de komende tijd aandacht zijn voor het verlagen van de kostprijs.

Afspraken met sector over kostprijs

Om een lagere kostprijs te bereiken, stelt de Kamer voor om officiële afspraken te maken met de sector. Net als in de beginfase van windparken op zee, maak de overheid dan afspraken met bedrijven over hoe ver zij kosten kunnen verlagen bij nieuw beleid. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) wil daarmee aan de slag. Samen met branchevereniging NLHydrogen onderzoekt het ministerie wat nodig is voor deze afspraak.

De hoge waterstofprijs komt voor een deel door de stijgende kosten voor gebruik van het elektriciteitsnet. In Duitsland hoeven elektrolysers deze nettarieven tijdelijk niet te betalen. De Kamer wil dat KGG onderzoekt of dit ook in Nederland kan, en hierover in gesprek te gaan met de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

Vraag om duidelijk beleid

In het debat besprak de Tweede Kamer ook de vraag naar duidelijk beleid. Het kabinet neemt komend voorjaar belangrijke besluiten over het beleid voor hernieuwbare waterstof. De Kamer wil dat het kabinet snel duidelijkheid geeft over de aanpak en voorwaarden voor de productie van waterstof.
Er moet vooral duidelijkheid komen over:

  • Infrastructuur. De Kamer besprak onder andere de Delta Rhine Corridor (DRC) en het besluit om hierin alleen buisleidingen voor waterstof en CO₂ aan te leggen. De Kamer wil dat dit project snel start.
  • Raffinageroute. Er ligt een voorstel voor de correctiefactor voor het gebruik van hernieuwbare waterstof in raffinaderijen (brandstoffabrieken). Dit stond in de Kamerbrief van 30 oktober 2024. De Kamer is het niet eens met de voorgestelde correctiefactor.
  •  Jaarverplichting RFNBO’s voor de industrie. Volgens Europese regels moet in 2030 de inzet van RFNBO’s (hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong) ten minste 42% van het totale waterstofverbruik in de industrie zijn. Nederland wil een deel van deze doelstelling via een jaarverplichting opleggen aan bedrijven. De Kamer is bezorgd over deze verplichting. Bijvoorbeeld omdat overstappen op waterstof niet voor alle bedrijven even makkelijk is. En omdat sommige bedrijven op korte termijn op andere manieren goedkoper kunnen verduurzamen. Ook kunnen bedrijven de kosten van hernieuwbare waterstof moeilijk doorberekenen aan klanten. Om die reden zet KGG in op een verplichting die past bij het verwachte betaalbare aanbod. Bedrijven krijgen daarbij genoeg ruimte om de verplichting over meerdere jaren te verdelen.
  • Koolstofarme (blauwe) waterstof. De Kamer wil beleid dat de productie en import van koolstofarme waterstof uit buurlanden aanmoedigt.

Beter Europees beleid 

De Kamer wil dat KGG in Europa bespreekt hoe haalbaar de Europese waterstofdoelen zijn. En op welke manier we kunnen zorgen voor slimmer en samenhangender beleid. Hierin moet aandacht zijn voor regels en standaarden voor markten die producten met waterstof maken, zoals staal en auto’s. Verder is de Kamer kritisch op de strenge eisen van de Europese Unie voor hernieuwbare waterstof en de aparte behandeling van waterstof uit andere bronnen. Tot slot wil de Kamer dat KGG gelijke nettarieven in Europa bespreekt.

Tweeminutendebat: haalbare doelen, simpele regels

Op donderdag 6 februari 2025 was er ook een tweeminutendebat over waterstof, groen gas en andere energiedragers. Hier kreeg iedere politieke partij 2 minuten spreektijd om het onderwerp af te ronden. De Kamer blijft kritisch op het nationale en Europese beleid. Ze vraagt om te bekijken of de doelen haalbaar zijn en om simpelere regels.

Voorstellen uit de Kamer

De Kamerleden dienden verschillende moties (politieke voorstellen) in, waaronder: 

Aangenomen moties
•    Onderzoek nettarieven elektrolyse: Twee moties stelden voor om onderzoek te doen naar de nettarieven voor elektrolyse.
•    Eisen hernieuwbare waterstof: Er werd een motie ingediend om de eisen voor hernieuwbare waterstof te versoepelen. 

Aangehouden moties

•    Industrieverplichting: Moties vroegen om de industrieverplichting niet per bedrijf op te leggen en een grotere uitzondering te maken voor ammoniakbedrijven. 

Een aangehouden motie betekent dat de motie is ingediend, maar deze wordt op initiatief van de indiener vooralsnog niet in stemming gebracht. De Kamer wacht op meer informatie, waardoor de motie overbodig kan worden. In dit geval wacht men tot de Kamerbrief met aanvullende antwoorden over de jaarverplichting is verstuurd.

Afgewezen moties
•    Aanleg DRC: Een motie stelde voor de aanleg van de DRC te versnellen. 
•    Sectorplannen elektrolyse en elektrificatie: Er werd een motie ingediend om sectorplannen met doelen voor elektrolyse en elektrificatie te maken, gekoppeld aan de uitvoering van Wind op Zee. De Minister gaf aan dat dit al geregeld is in het Nationaal Plan Energiesysteem

Meer informatie 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen