Leo Brouwer aan het woord over waterstof in de gebouwde omgeving

16-02-2024
1613 keer bekeken 0 reacties

Kunnen we waterstof gebruiken in de gebouwde omgeving? Leo Brouwer deelt zijn inzichten over wanneer het een goede optie is, hoe we het veilig toepassen, het toekomstbeeld en meer.

Leo woont in de Betuwe met zijn vrouw en jongste zoon. Van huis uit is hij fysisch geograaf. Nu werkt hij als senior programma-adviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In deze functie houdt hij zich bezig met de gebouwde omgeving. Verder is hij thematrekker bij het Nationaal Waterstof Programma (NWP).

Wat doe je als thematrekker bij het NWP?

Ik was secretaris van de Green Deal H2-Wijken. Hoewel dit project formeel is afgerond, waardeerden de betrokkenen de manier van samenwerken. Het is prettig regelmatig contact te hebben over waterstof in de gebouwde omgeving, kennis en inzichten te delen, en dit te doen vanuit verschillende partijen. Als thematrekker zet ik dat voort.

Verder wil ik kijken naar de rol van WiGO (Waterstof In De Gebouwde Omgeving). Deze groep droeg bij aan het deel over de gebouwde omgeving in de Routekaart Waterstof. Sinds de oplevering van de routekaart is de functie van deze groep minder duidelijk. Ik denk dat het waardevol is als deze groep nadenkt over de kennis die we nog nodig hebben na de huidige pilots, om waterstof eventueel toe te passen in de gebouwde omgeving.

Je houdt je bezig met het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. Waarom kan waterstof daarbij een oplossing zijn?

Het is moeilijk om de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken. Je hebt grofweg 3 hoofdoplossingen:

  • De woning voldoende isoleren en volledig elektrisch verwarmen met een warmtepomp.
  • Een collectief warmtenet met een duurzame warmtebron.
  • Inzet van duurzame gassen als groengas of waterstof.

Sommige mensen gaan aan de slag; zij isoleren hun woning en nemen een warmtepomp. Maar niet iedereen wil dit en kan dit ook betalen. Warmtenetten in de bestaande bouw kennen ook hun problemen. De bebouwing moet voldoende dicht op elkaar staan en er moet ook een hoog deelnamepercentage zijn, anders wordt dat veel te duur. Daarom denk ik dat we in de toekomst een duurzaam gas nodig hebben, zoals groen gas of waterstofgas. Dat staat overigens ook in alle scenario’s van het Nationaal Plan Energiesysteem, dat in december 2023 is opgeleverd.

Sommige mensen vinden waterstof geen wenselijke oplossing in de gebouwde omgeving. Wat denk jij hiervan?

Sommige mensen vinden het zonde om zo’n hoogwaardige energiedrager in te zetten om gebouwen of tapwater te verwarmen. Dat snap ik ook wel. Aan de andere kant moet je je ogen niet dichtdoen voor de praktische en financiële problemen die samenhangen met sommige andere opties.

Maar we moeten waterstof alleen overwegen als andere zuinige opties niet haalbaar zijn. En ondertussen volop doorgaan met isoleren, elektrificeren, (hybride) warmtepompen installeren en warmtenetten aanleggen waar dit wel haalbaar is. Hoe groot het aandeel van duurzame gassen uiteindelijk gaat zijn, daar verschillen de meningen over.

Waar zijn andere opties dan moeilijk haalbaar?

Dan gaat het vaak over gebouwen die ver uit elkaar liggen, zoals op het platteland. Ook lastig te isoleren gebouwen zijn een ingewikkeld vraagstuk. Denk hierbij aan monumenten. Die hebben een hoge warmtevraag en zijn moeilijk met alleen warmtepompen te verwarmen.

Monumenten vind je veel in binnensteden. Daar heb je het bijkomstige probleem dat het moeilijk is om een warmtenet aan te leggen. De ondergrond zit namelijk vol met bijvoorbeeld (glasvezel)kabels, leidingen en rioolsystemen.

Verder heb je plekken waar het elektriciteitsnet te weinig capaciteit heeft om het elektrisch met warmtepompen te redden. Dan kan je een combinatie van duurzaam gas en elektriciteit gebruiken. Dit helpt netcongestieproblemen te voorkomen.

Momenteel lopen er verschillende pilots rondom waterstof in de gebouwde omgeving. Kan je hier meer over vertellen?

In deze pilots gebruiken we waterstof om gebouwen te verwarmen en voorzien van warm tapwater. Op deze manier doen we ervaring op met waterstof in de gebouwde omgeving. Als waterstof in de toekomst nodig is, dan is er alvast genoeg kennis voor eventuele opschaling.

Hoe lopen deze pilots?

Lochem

In volgorde van uitvoering worden de pilots steeds ingewikkelder. De pilot in Lochem ging in het najaar van 2022 van start en bestaat uit 12 monumentale woningen. De bewoners wilden zelf aardgasvrij gaan en hebben ook zelf geïnvesteerd in het verduurzamen van hun woning. Ze maken daar de waterstof niet zelf, maar kopen het in. Deze pilot heeft de eerste hindernissen weggenomen voor de volgende pilots. Na enkele minimale opstartproblemen draait het nu goed. De proef duurt 3 jaar.

Wagenborgen

Net als in Lochem is deelname ook in Wagenborgen vrijwillig, maar hier gaat het gebruik van waterstof in combinatie met de inzet van een hybride warmtepomp. De elektrische warmtepomp levert de meeste verwarmingsenergie, alleen als het heel koud is springt de ketel op waterstof bij. Uit eerste metingen blijkt dat dit ook echt gebeurt.

De pilot in Wagenborgen startte in het najaar van 2023. Het gaat om 33 woningen. Deze proef is, net als in Lochem, tijdelijk.

Hoogeveen

In Hoogeveen is de omvang van de pilot in de loop van de tijd om financiële en politieke redenen afgeschaald. De grootte is circa 100 nieuwbouwwoningen en 100 bestaande woningen. Het is nu nog erg duur om waterstof in te kopen en politiek is besloten om alleen van vrijwillige deelname uit te gaan.

De pilot kent verschillende fasen. In fase 1 wordt de benodigde waterstof aangevoerd met tube-trailers. Vervolgens wordt de waterstof lokaal gemaakt met wind en zon. Uiteindelijk wordt het project aangesloten op een landelijk of regionaal waterstofnetwerk.

Zoals het nu is, start de projectorganisatie de eerste helft van 2024 met het aansluiten van de eerste woningen op waterstof.

Stad aan ‘t Haringvliet

Ook in Stad aan ’t Haringvliet zijn al enorm veel voorbereidingen gedaan. De bedoeling is dat het hele dorp van het aardgas af. Dan gaat het om ruim 600 woningen en andere gebouwen. Deze verandering roept alleen weerstand op bij sommige bewoners. Dat zien we trouwens ook bij de overstap naar een warmtenet in andere plaatsen. Bewoners kunnen wel kiezen voor een andere aardgasvrije oplossing, zoals een elektrische warmtepomp.

In Stad aan ’t Haringvliet is het de bedoeling dat de waterstof lokaal geproduceerd wordt uit lokale wind en zonne-energie. Dat brengt ook extra moeilijkheden met zich mee. Het streven is dat de uitvoering start in 2025 en dat de overschakeling naar waterstof blijvend is.

Hoe reageren de bewoners tot nu toe op de pilots?

Afgelopen najaar was ik bij een evaluatie van de pilot in Lochem. Deze pilot liep toen een jaar, dus er werd besproken hoe het gaat. Hier waren ook bewoners bij. Zij waren heel enthousiast en willen niet af van waterstof!

Verder hield Stad aan ’t Haringvliet vorig jaar juni de draagvlakmeting Stad Aardgasvrij. Bewoners met een gasaansluiting mochten stemmen of ze akkoord gaan met het niet meer ontvangen van aardgas. Hoewel deze peiling niet specifiek over waterstof ging, is het wel een mogelijke oplossing. Van de deelnemers ging 77,6% akkoord. Zoveel instemming is knap.

Welke lessen zijn er al geleerd vanuit de pilots?

Dat het kan en dat we het veilig kunnen uitvoeren. Als dat niet mogelijk is, dan moeten we het niet doen. Dus dat is een belangrijke les. Verder kan je het bestaande leidingnetwerk gebruiken voor waterstof.

Waterstof in de gebouwde omgeving is nu nog wel heel duur. In deze pilots gaat al best veel geld zitten en het prijsverschil met aardgas is nog groot. Met de huidige waterstofprijzen kan je het nog niet grootschalig uitrollen. Maar het is logisch dat in deze ontwikkelingsfase geïnvesteerd wordt in het leerproces.

We zijn bezig met het maken van een document over de geleerde lessen in deze pilots. Hiervoor zijn veel partijen geïnterviewd. Voor toekomstige pilots kunnen we op dit document terugkijken en ervan leren. We hopen het document in het 1e kwartaal van 2024 af te ronden.

Hoe houden we rekening met de veiligheid van waterstof in de gebouwde omgeving?

Hier is veel aandacht voor. Er worden driedubbele veiligheidsmaatregelen genomen. Voor de pilots was het ook een eis vanuit de ministeries dat het minstens even veilig moest gaan als met aardgas.

Hier was nog geen regelgevend kader voor. Om de veiligheid te garanderen, zijn de richtsnoeren voor veilig omgaan met waterstof opgesteld. Een van deze richtsnoeren gaat over de gebouwde omgeving. Zo start je een waterstofproject alsnog veilig.

In 2020 startte het Social Lab Waterstof. Wat hield dit in?

Het Social Lab Waterstof ontstond door de gepolariseerde discussie rondom waterstof in de gebouwde omgeving. De één zegt dat we het nooit moeten doen, terwijl anderen juist zeggen dat we uiteindelijk duurzaam gas moeten gebruiken. Ze gingen in deze groep discussiëren over de punten waar ze het wel en niet over eens waren.

Wat kwam hieruit?

De discussiepunten zijn in het document ‘Waterstof in de gebouwde omgeving: zienswijze december 2021’ op een rijtje gezet. Hierin zie je precies waar deze discussie wel en niet over gaat. Ook is er met ‘Waterstof als optie in de duurzame warmtevoorziening van woningen’ een soort routekaart ontwikkeld. Daarnaast kwam er een gezamenlijke communicatiestrategie uit die is ondertekend door een aantal verschillende partijen. Dit document volgt binnenkort.

Waar gaan we waterstof in de toekomst tegenkomen in de gebouwde omgeving?

De komende 10 jaar kunnen we geen grootschalige uitrol verwachten. Daarna kan het misschien wel, maar hoe? Zelf waterstof opwekken en opslaan zonder aansluiting aan een groter netwerk lijkt vanwege de hoge kosten geen ideale oplossing. Aansluiten op een regionaal waterstofnetwerk en/of gebruikmaken van energiehubs lijken betere opties.

Meer informatie

Afbeeldingen

Cookie-instellingen