Het Duitse offshore netwerk zal worden verbonden met het Nederlandse offshore netwerk, zodat ook Nederland waterstof kan importeren en op termijn zelfs exporteren. De aanvraag van Gasunie maakt onderdeel uit van het internationale samenwerkingsverband Clean Hydrogen for Europe. Daarin wordt samengewerkt om de gehele waterstofketen van productie, transport en opslag tot met het aansluiten van eindgebruikers in Noordwest Europa te realiseren.
Project of Common Interest aanvraag
Voor het ontwikkelen van het offshore waterstof netwerk heeft het bedrijf inmiddels bij de Europese Commissie de status van Project of Common Interest (PCI) aangevraagd. Gasunie's PCI-aanvraag betreft maar een klein stukje van een groter geheel en richt zich op het Duitse deel van Noordzee.
Naast Gasunie hebben bedrijven uit Duitsland, België, Frankrijk en Noorwegen hun PCI projecten ondergebracht in het samenwerkingsverband Clean Hydrogen for Europe. Het is de bedoeling om het waterstofnetwerk in de Duitse Noordzee vanaf 2030 in gebruik te nemen. De verbinding naar Nederland zal in de jaren daarna volgen.
Goedkeuring Europese Commissie nodig
De plannen voor het netwerk moeten nog wel worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Het project komt volgens Gasunie tegemoet aan afspraken die Nederland, Duitsland en België vorig jaar hebben gemaakt. In deze zogeheten Esbjerg-verklaring is vastgelegd dat de landen rond de Noordzee een "groene energiecentrale" gaan ontwikkelen. Zo zal een groot deel van de windenergie die op die zee wordt opgewekt worden omgezet in waterstof. Via het netwerk dat Gasunie wil aanleggen, kan die waterstof vervolgens aan land worden gebracht.
Bronnen