In dit dubbelinterview vertellen Wilco van der Lans en Anne Geurts welke plannen het Havenbedrijf Rotterdam heeft voor de import en productie van hernieuwbare waterstof. Wilco en Anne zijn lid van de themagroepen Import, Productie, Infrastructuur & Opslag en de cross-sectorale werkgroep waterstof van het NWP.
In dit deel van Europa kunnen wij simpelweg niet genoeg duurzame energie opwekken en daarom zal er veel waterstof geïmporteerd moeten worden. Met onze haven spelen wij een belangrijke rol voor zowel de productie, als natuurlijk ook de import van hernieuwbare en koolstofarme waterstof en daarvan afgeleide producten.
Wilco, kan je wat over jezelf vertellen?
Toen ik acht was mocht ik opblijven voor het acht uur journaal, omdat Joop den Uyl een toespraak hield over de oliecrisis. In die toespraak riep hij iedereen op om zijn verantwoordelijkheid te nemen en zuinig te zijn met energie. Dat moment heeft een blijvende indruk gemaakt en heeft mij gevormd. Ik woon in Gouda en al meer dan 13 jaar werk ik voor de Rotterdamse haven. Toen ik bij Royal HaskoningDHV werkte, was ik betrokken bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Sinds 2014 werk ik bij het Havenbedrijf Rotterdam als Business Development Manager Industry & Energy. Ik ben verantwoordelijk voor projecten en programma’s binnen het energietransitieprogramma en heb een actieve rol in het waterstofprogramma van het Havenbedrijf.
Anne, kan je wat over jezelf vertellen?
Ik ben geboren en getogen in Nijmegen en woon in Utrecht. Mijn carrière in de haven van Rotterdam begon in 2006. Ik was consultant bij Twynstra Gudde en werd door het Havenbedrijf ingehuurd voor het stakeholder management. Net als Wilco werkte ik aan de aanleg van de Tweede Maasvlakte. In 2015 ben ik in dienst gegaan bij het Havenbedrijf. Als Programma Manager External Affairs richt ik me op de samenwerking met internationale overheden op het gebied van beleid en regelgeving bij verduurzamingsopgaven. Sinds drie jaar werk ik aan het waterstofprogramma van het Havenbedrijf, samen met o.a. Wilco.
Wat doet het Havenbedrijf Rotterdam?
Het Havenbedrijf beheert de haven van Rotterdam. Wij hebben van de gemeente Rotterdam eeuwigdurende erfpacht gekregen voor het hele havengebied van ongeveer 12.000 ha. De gemeente Rotterdam is voor 70% aandeelhouder van het Havenbedrijf en het Rijk voor 30%. Wij hebben van onze aandeelhouders de opdracht gekregen om het gebied succesvol te ontwikkelen.
Een groot deel van de infrastructuur in het havengebied valt onder onze verantwoordelijkheid, denk daarbij aan de kades en de wegen. De op- en overslag wordt gedaan door private ondernemingen in de terminals. Het Havenbedrijf Rotterdam concurreert op de internationale markt met andere havens. Wij moeten ervoor zorgen dat we concurrerend blijven en anticiperen op nieuwe ontwikkelingen zoals de energietransitie en waterstof speelt daarin een belangrijke rol.
Er gaat een enorme hoeveelheid energie door de haven, wel drie keer het energieverbruik van Nederland en 13% van de totale energieconsumptie in Europa. Nu is dat nog voornamelijk fossiele energie: kolen, olie, gas, etc. De komende jaren gaan we de transitie maken naar duurzame energievormen zoals waterstof.
Wilco en Anne, wat is jullie rol binnen het NWP?
Binnen het NWP vertegenwoordigen wij de haven en bijbehorende industrie van Rotterdam. Daarom nemen wij deel aan de NWP themagroepen Productie, Infrastructuur & Opslag, Import en zijn we betrokken bij SHIPNL (Sustainable Hydrogen Import Program Netherlands). Daarnaast zitten wij in de cross-sectorale werkgroep waterstof (CSWW).
Waarom is de import van waterstof in Rotterdam zo belangrijk?
De belangrijkste drijfveer is dat we in Europa onze uitstoot van broeikasgassen naar nul willen terugbrengen in 2050. In 2030 moet Nederland al 55% minder broeikasgassen uitstoten vergeleken met 1990. De uitdaging is om ook het verdienvermogen van Nederland en Europa te behouden en behoud van voorzieningszekerheid. Hiervan hebben we recentelijk een aantal voorbeelden gezien; de mondkapjes die we in Europa niet meer zelf produceren en de afhankelijkheid van Russisch gas.
De energie-intensieve industrie (denk daarbij ook aan een deel van de chemie en raffinage) heeft een goede hernieuwbare vervanger voor aardgas nodig en dat is waterstof. Wij verwachten daarom een hele grote vraag naar waterstof van klanten in Noordwest Europa . In dit deel van Europa kunnen wij simpelweg niet genoeg duurzame energie opwekken en daarom zal er veel waterstof geïmporteerd moeten worden. Met onze haven spelen wij een belangrijke rol voor zowel de productie, als natuurlijk ook de import van hernieuwbare en koolstofarme waterstof en -derivaten.
Hoeveel waterstof is er volgens jullie nodig in 2050?
Wij kwamen uit op 20 miljoen ton in 2050. Met onze waterstofvisie ‘haven van Rotterdam wordt internationale waterstofhub’ hebben wij onderzocht hoeveel waterstof ons verzorgingsgebied nodig heeft en wat de rol van de haven is. Ons verzorgingsgebied is breed. Wij liggen aan de zogenaamde Rhine-Alpine corridor, dat loopt vanuit Nederland door het Ruhrgebied via Zwitserland tot aan Italië. In dat gebied is veel industrie gevestigd. Volgens onze berekeningen kunnen we in Nederland zo’n 10% zelf produceren, de rest zal geïmporteerd moeten worden. Mede gesteund door onze waterstofvisie hebben allerlei bedrijven plannen ontwikkeld voor de import van waterstof in Rotterdam. Er zijn momenteel 10 projecten gestart voor verschillende waterstofdragers: ammoniak, vloeibare waterstof, LOHC’s (Liquid organic hydrogen carriers).
Hoe werken jullie samen met Duitsland?
Wij hebben rechtstreeks contact met bedrijven in Duitsland, vaak zijn die hier ook klant en soms hebben ze een eigen terminal zoals ThyssenKrupp. We werken ook samen op regeringsniveau bijvoorbeeld met de deelstaat Noordrijn-Westfalen en de haven van Duisburg. Daarnaast werken we samen met het Nationale Waterstofprogramma van Duitsland dat nu wordt herzien en waarin ook import via havens onderdeel is van de planvorming. Tot slot zijn we sponsor van H2Global en werken we met nog veel meer publieke en private partijen samen.
Waar komt de geïmporteerde waterstof vandaan?
Drie jaar geleden zijn we begonnen met een marktverkenning voor de import van waterstof in de haven. Mede op verzoek van de Rijksoverheid hebben we in kaart gebracht wat kansrijke exportlanden zijn om mee samen te werken. Dat zijn vooral landen waar ze een overschot aan hernieuwbare elektriciteit hebben die ze kunnen gebruiken voor de productie van waterstof. Je moet dan denken aan landen en regio’s als: Australië, Zuid-Amerika, Noord-Amerika, Zuid-Afrika, Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Spanje, Portugal, etc.
We hebben contact gelegd met de belangrijkste partijen in die landen en hebben samenwerkingsovereenkomsten getekend met bedrijven en overheden. Die overeenkomsten leiden nu tot samenwerkingsafspraken tussen Nederland en exporterende landen. Zo hebben Nederland en Spanje onlangs een samenwerkingsakkoord voor hernieuwbare waterstof getekend.
Via welke dragers wordt waterstof geïmporteerd?
Uit ons onderzoek blijkt dat op dit moment vloeibare waterstof (LOHC: Liquid organic hydrogen carriers), ammoniak en methanol de belangrijkste dragers zijn voor de import van waterstof. Als je kijkt naar de kosten, de bestaande infrastructuur en de technische ontwikkelingen, dan is ammoniak nu de meest voor de hand liggende drager. Momenteel wordt er al een half miljoen ton ammoniak geïmporteerd die als grondstof wordt gebruikt voor de productie van kunstmest. De infrastructuur is er dus al. Andere dragers, zoals LOHC’s zijn in ontwikkeling en dat kan snel gaan. Wij verwachten dat verschillende dragers naast elkaar gebruikt gaan worden en daarom faciliteren we verschillende dragers in de haven. Uiteraard onder scherpe veiligheidsvoorwaarden.
Hoe wordt de waterstof vervoerd?
In de beginfase wordt vooral ammoniak en misschien ook andere dragers via de zeevaart geïmporteerd en opgeslagen in de haven en indien nodig ook omgezet naar andere dragers, bijvoorbeeld door het omzetten van ammoniak naar waterstofgas. Vervolgens kan de lading via de binnenvaart verder worden getransporteerd. We zijn momenteel bezig met de Delta Rhine Corridor. Met de overheid en industriepartners werken we samen aan een project om een aantal pijpleidingen te realiseren voor waterstof en andere vormen van hernieuwbare energie en bijvoorbeeld ook voor CO2 afvang. De pijpleidingen lopen naar Chemelot in Limburg en het Ruhrgebied in Duitsland. We onderzoeken nog of we ook transportleidingen voor ammoniak willen aanleggen, daar moet nog een besluit over genomen worden.
Wanneer wordt de eerste hernieuwbare waterstof geïmporteerd?
Wij verwachten dat volgend jaar de eerste groene ammoniak op bestaande terminals zal worden geïmporteerd. Verschillende bedrijven importeren al ammoniak, maar die is nog niet groen. Zij gebruiken die ammoniak vooral als grondstof voor de productie van bijvoorbeeld kunstmest en kunststoffen. Op acht verschillende locaties in de haven worden nieuwe terminals ontwikkeld voor de import van waterstofdragers. De geïmporteerde waterstofdragers zoals ammoniak en LOHC’s kun je trouwens altijd eerst nog kraken om er weer waterstof van te maken. Daarom zijn er plannen voor een LOHC fabriek en ammoniakkraker in de haven. De waterstofdragers kunnen uiteraard ook verder getransporteerd worden naar bijvoorbeeld het Ruhrgebied om daar omgezet te worden.
Wat doen jullie op het gebied van veiligheid voor de import van waterstof?
Veiligheid is een vast onderdeel van de bedrijfsvoering van het haven- en industriecomplex en bedrijven in de haven. Wij zijn in intensief gesprek met de DCMR Milieudienst Rijnmond over de veiligheid van waterstof en de verschillende dragers. Zij hebben al veel ervaring met ammoniak en zijn goed op de hoogte van de verschillende waterstofdragers. In de haven is er een jarenlange traditie met het veilig hanteren en opslaan van ammoniak en die traditie wordt met de andere dragers voortgezet.
Waar komen de hernieuwbare waterstoffabrieken?
De hernieuwbare waterstoffabrieken komen voornamelijk op de Tweede Maasvlakte. De locaties voor het huidige elektrolyserpark zijn al uitgegeven en Shell is bijvoorbeeld al gestart met de bouw van de Holland Hydrogen 1. We zijn nu bezig met de ontwikkeling van een nieuw elektrolyserpark. Vanuit de windparken aan de kust worden de elektrolysers voorzien van hernieuwbare stroom. De gefabriceerde waterstof wordt vervolgens via het landelijke waterstofnetwerk van Hynetwork Services en de Delta Rhine Corridor getransporteerd naar de rest van Nederland en mogelijk Europa.
Is er ruimte in de haven om alle waterstofprojecten te realiseren?
De energietransitie vindt zoveel mogelijk plaats in het bestaande gebied. We willen het bestaande verduurzamen en het nieuwe omarmen en stimuleren. Ruimte is een betrekkelijk begrip; uiteindelijk is er ruimte genoeg, zeker als je bestaande terminals ombouwt.
Wat zijn de plannen voor de maakindustrie in de haven?
Samen met de gemeente faciliteren we het aanjagen van de maakindustrie. Samen zorgen we ervoor dat er rond de stadshavens gebieden worden ontwikkeld waar jonge ondernemers en de maakindustrie een ecosysteem kunnen vormen. Zo is er rond de Merwe-Vierhavens een mooi innovatief gebied ontwikkeld. In die gebieden waar de stad en de haven samenkomen zitten bijvoorbeeld Battolyser, het Fieldlab Industriële Elektrificatie, TNO en wordt er samengewerkt met kennisinstellingen zoals de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Wat is volgens jullie op dit moment de grootste uitdaging?
De energietransitie is een complex geheel dat bestaat uit verschillende vormen van energie: waterstof, wind- en zonne-energie, kernenergie, etc. Waterstof is dus onderdeel van dit grotere geheel en bij besluitvorming moet je altijd het complete plaatje voor ogen houden. Er is dus een goed en samenhangend verhaal nodig. We werken eraan om dat voor elkaar te krijgen, want anders kan het lang duren voordat de klimaatambities worden gerealiseerd.