Iedere maand verschijnt een interview met een van de deelnemers van het Nationaal Waterstof Programma. In deze editie stelt Guido Custers zichzelf voor en vertelt over het landelijke waterstofnetwerk. Guido is directeur Waterstofnetwerk Nederland bij Hynetwork Services van Gasunie en is betrokken bij het NWP-thema infrastructuur & opslag.
Ik kom uit Zuid-Limburg en woon met mijn gezin net boven Maastricht. Na mijn studie energietechniek ben ik mijn loopbaan begonnen als projectmanager elektriciteit bij een nutsbedrijf in Heerlen. Vervolgens heb ik vijf jaar bij Essent gewerkt als handelaar op de internationale gastransport- en elektriciteitsmarkt. Daar heb ik grote handelscontracten opgezet met leveranciers uit verschillende landen.
Bij BP in Londen heb ik vervolgens 7 jaar in heel Europa handelscontracten afgesloten om elektriciteit en gas van het ene land naar het andere te brengen. Daarna ben ik teruggegaan naar Nederland en ben ik bij Delta begonnen om de trading afdeling te herstructureren. Na twee jaar ging ik daar aan de slag als directeur van de energiedivisie. Alles bij elkaar heb ik bijna 10 jaar bij Delta gewerkt. In 2017 heb ik een eigen B.V. opgericht en heb ik allerlei projecten en interim klussen gedaan in de energiewereld.
In 2018 ben ik bij Gasunie gestart om de handelscontracten voor de warmtenetten te optimaliseren. Al vrij snel werd de scope van dat project anders en ben ik projectdirecteur geworden van het project dat nu Warmtelinq heet. Warmtelinq is een ondergrondse leiding waarmee restwarmte uit de Rotterdamse haven kan worden gebruikt om huizen en bedrijven in Zuid-Holland duurzaam te verwarmen. Het tracé loopt van Rotterdamse Haven tot aan Leiden. Het is een investering van ruim een half miljard euro. Bij dat soort grote investeringen is het natuurlijk belangrijk dat er een aanzienlijke afzetmarkt is. De overheid draagt risico mee door een financiële bijdrage te leveren en tegelijkertijd stimuleren ze de markt ook doordat zij achter het project staan. Een heel vergelijkbaar project als het landelijke waterstofnetwerk dus.
De directie van Gasunie heeft mij gevraagd de switch te maken naar het waterstofnetwerk, mede omdat de opgave vergelijkbaar is met die van het warmtenet maar wel significant groter. Een supermooie uitdaging, dus daar kon ik natuurlijk geen nee tegen zeggen. Sinds september 2022 ben ik als directeur Waterstofnetwerk Nederland bij Hynetwork Services eindverantwoordelijke voor de aanleg van het transportnetwerk in Nederland.
Ik heb een actieve rol bij besprekingen en brainstormsessies binnen Gasunie. Mijn collega’s zitten in de verschillende themagroepen en bij het CSWW. Vanuit mijn functie heb ik regelmatig contact met EZK. Zo heb ik straks nog een afspraak met Wouter Schaaf, de NWP-thematrekker Infrastructuur & opslag.
Met het Waterstofnetwerk Nederland worden in 2030 de 5 grote industrieclusters in Nederland (Zeeland, Rotterdam, Amsterdam, Noord-Nederland en Zuid-Limburg) met elkaar verbonden. Die opdracht voer ik met mijn collega’s van Hynetwork Services uit. Daarnaast wordt door HyStock de opslag van waterstof in zoutcavernes in Zuidwending gerealiseerd. Tot slot wordt het Nederlandse netwerk ook aangesloten op het netwerk in België en Duitsland.
Vorig jaar hebben we met 2 kamerbrieven de support van de overheid gekregen om het netwerk te realiseren en zijn we gestart. Gasunie kreeg de gunning, omdat we veel gasleidingen hebben die we kunnen hergebruiken. Alles bij elkaar is het een enorm project waarvoor 1,5 miljard euro begroot is en waaraan de overheid 750 miljoen bijdraagt.
Het plaatje hierboven geeft een goed beeld van hoe het er in 2030 uitziet. Het waterstofnetwerk bestaat uit ongeveer 1200km leidingen die de vijf grote industrieclusters in Nederland ontsluiten. We gaan zoveel mogelijk aardgasleidingen hergebruiken; in totaal is dat zo’n 1000 kilometer. Het plaatje moet trouwens nog aangepast worden, want we gaan nu door het midden van het land naar het oosten i.p.v. via het IJsselmeer. De leidingen in Noord-Holland zijn de komende jaren namelijk nog hard nodig voor het leveren van gas. Voor het eindplaatje maakt het overigens niet veel uit, want in 2030 zal het landelijke netwerk gereed zijn.
Als je naar het 2030 plaatje van het netwerk kijkt, dan kun je de grotere bedrijven ook aansluiten op het landelijke netwerk met een vertakking. Dan moet je denken aan glasfabrieken, steenfabrieken, glastuinbouw, etc. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog veel kleinere bedrijven die behoefte hebben aan waterstof. Voor die bedrijven zouden regionale netbeheerders de aansluitingen kunnen verzorgen. In Amsterdam zie je bijvoorbeeld al dat Alliander nu in het havengebied bezig is om een lokaal net te ontwikkelen.
In Rotterdam zijn we het verst, daar leggen we veel nieuwe leidingen aan. Shell heeft een investering gedaan in de insluitinfrastructuur van elektrolysers op de Tweede Maasvlakte voor de Holland Hydrogen 1, maar ook voor andere waterstoffabrieken. De stalenleidingen voor de verbindingen zijn inmiddels geleverd.
In Noord-Nederland liggen vrij veel oudere leidingen, die worden nu klaargemaakt voor hergebruik. Dat is m.n. het traject richting Ommen. In Zeeland werken we ook aan het hergebruik van leidingen. In Amsterdam loopt een vooronderzoek en zijn we leidingen aan het vrijspelen voor waterstof, daar wordt ook een milieueffectrapportage opgemaakt. In Limburg loopt het minder hard, maar ook daar is nu een basisontwerp voor de aansluiting in de maak.
De aanbesteding op de Tweede Maasvlakte wordt afgerond en daarna kan een aannemer starten met de aanleg van de leidingen voor o.a. Shell. Parallel zijn we heel druk met een aantal andere klanten, daarbij moet je denken aan de grote Nederlandse waterstofprojecten die IPCEI subsidie voor elektrolyse hebben gekregen. Met die bedrijven gaan we support agreements tekenen waarin staat dat wij de aansluiting op het landelijke netwerk leveren en zij zich committeren aan het realiseren van de projecten. Al met al is het dus een portfolio aan projecten die we parallel uitvoeren. Wat we gereed hebben gaan we als het kan meteen in gebruik nemen.
Op de Europese markt gaan we de samenwerking aan met de landen om ons heen. Wij werken samen met Thyssengas, OGE en allerlei andere Duitse bedrijven om de verbinding met Duitsland te realiseren. Datzelfde doen we in België met Fluxys. Daarnaast zijn we met heel veel Europese partijen in gesprek over harmonisatie in waterstof en maken we afspraken over hoe we omgaan met verschillen.
Ja, voor ver gelegen windparken is het nagenoeg onhaalbaar en heel duur om elektriciteit aan te landen. Het beste is om offshore waterstof te produceren en dat dan met een leiding naar land te brengen. Momenteel zijn we bezig met allerlei tests, zodat we na 2030 kunnen beginnen met offshore aansluitingen via onze leidingen. Daarin werken we nauw samen met TenneT.
Ik ben er trots op dat we van de overheid de opdracht hebben gekregen om het waterstofnetwerk aan te leggen. Daarnaast ben ik trots op het feit dat we samen met andere partijen er nu voor zorgen dat de waterstofmarkt in ontwikkeling is en dat er veel projecten gerealiseerd worden de komende tijd.
Wij liggen op schema en ik heb er volledig vertrouwen in dat het landelijke netwerk er in 2030 ligt. Bij Gasunie hebben we heel veel kennis op het gebied van gas die we vaak een-op-een kunnen gebruiken voor waterstof, daarom kan ik met een gerust hart zeggen dat het netwerk er in 2030 ligt.
Aanmelden nieuwsbrief
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.